Genootschap Oud de Zilck

Zilker Geiten

 
Melk en vlees voor de werkman

Geiten werden tot na de Tweede Wereldoorlog veel gehouden in De Zilk. De geit was de belangrijkste melkleverancier voor het minder welvarende deel van de Zilker bevolking.

Uiers

De geiten met of zonder bel werden ’s morgens onder andere langs de Zilkerbinnenweg met een touw aan een pen vastgezet. De lengte van het touw beperkte de graasruimte van het dier. Tussen de middag moest je ze daarom verplaatsen. ’s Morgens en ’s avonds werden ze gemolken. Grote gezinnen hadden we niet één maar twee geiten. De kwaliteit van de geit hing af van de hoeveelheid melk.

Werkmanskoe

Bijna elk dorp had zijn eigen geitenfokvereniging. In Lisse was kapelaan Van Brero de gangmaker voor een geitenfokvereniging. Hij stichtte daar in 1917 een Rooms-Katholieke geitenfokvereniging. Toop van de Berg noemde zijn boerderij in het Langeveld naar deze kapelaan: Van Brerohoeve.

Katholieke geit

Dat er in katholiek De Zilk een katholieke geitenfokvereniging kwam, had te maken met de verzuiling. Elke activiteit, van sport tot belangenbehartiging, moest in eigen kring plaatsvinden. Dat ging zelfs zover dat ook de geiten een katholieke achtergrond moesten hebben. Wie dus nieuwe geitjes wilde moest in het najaar op zoek naar een katholieke bok. Jan Krijnen en Jan Warmerdam (Pook) hadden zo’n ‘katholieke’ bok. Voor de prestaties van de bok werd een kleine vergoeding betaald. In het voorjaar werden dan, als alles goed ging, de nieuwe geitjes en bokkies geboren. Alleen aan de geitjes had je wat, want die gaven melk. De bokken werden geslacht. Dat deed je zelf, want zo groot waren ze niet. Vlees was luxe en de geslachte bok werd gebraden en smakelijk opgegeten.

Bokkenwagen

Krijnen gebruikte de bokken ook voor de bokkenwagen. Kleine houten wagentjes waarmee kinderen door de buurt konden trekken. Geiten waren daarvoor minder geschikt omdat ze minder sterk waren. Met een dergelijk karretje was je natuurlijk de koning te rijk. Als de bok niet wilde lopen hield je het beest een wortel voor de neus. Dan ging ie wel. Een van de weinige voorrechten van het bezit van een bok. Je kon ze verder alleen gebruiken voor de fok. En deze volwassen bokken roken bepaald niet naar eau de cologne. Na de Tweede Wereldoorlog liep het aantal geiten in De Zilk terug. Wat er met de geitenfokvereniging is gebeurd is onduidelijk. Waarschijnlijk is deze met het dalen van het aantal geiten ook in de vergetelheid geraakt.