Genootschap Oud de Zilck

De Groene Tuin

De Groene Tuin had een leuke naam geweest voor het nieuwste project van onze bestuurders die ontdekt hebben dat de meeste mensen hun tuin vol gelegd hebben met tegels om maar niet te hoeven wieden. Nu heet het project “Steenbreek”, taalkundig geen hoogtepuntje. Maar in De Zilk is de Groene Tuin al eeuwen een begrip, want de naam is gekoppeld aan een boerderij aan de Zilkerbinnenweg. En de achtergrond van de naam is een mooi verhaal op zich. In februari 1610 stapt de Haarlemse poorteresse (inwoonster) Catharina Jansdochter Amen naar de notaris. Zij is als weduwe van Jacob Claeszoon van Schoorl niet onbemiddeld en wil precies vastleggen welk aandeel van haar vermogen naar haar erfgenamen gaat en wat er met de rest moet gebeuren. Want Catharina wil zoals vele andere gefortuneerden de armen uit haar stad helpen. Daarbij geïnspireerd door haar geloof en de werken van barmhartigheid die haar Schepper voorschrijft. De akte omschrijft het als volgt: “… omme van het selve (overschot van het vermogen) so verre als het moge te maecken en te funderen so veel camercens voor schamele eerlijke vrouwen om godes wil als het selve overschot soude mogen opbrengen.” Simpel gezegd, zij wil een hofje voor arme vrouwen oprichten voor zover daar geld voor is. Zij praat niet over huizen, maar over kamertjes en stelt twee mannen uit haar naaste familie aan om dit te regelen na haar dood. Zij mogen het geld aanwenden voor de bouw van de “camercens” maar dienen er ook voor te zorgen dat het kapitaal op peil blijft. Duurzaam beleggen zouden wij zeggen. Bij een tweede testament, vlak voor haar dood, stelt Catharina nadere bepalingen vast voor de beheerders. Zij krijgen absolute zeggenschap over het nagelaten kapitaal dus de familie mag zich er totaal niet mee bemoeien of het testament aanvechten. De opvolging van de beheerders wordt vastgelegd, net als hun vrijheid om naar eigen inzicht regels op te stellen voor de arme vrouwen die gehuisvest worden. Tot de beheerders behoort Claas Joostenszoon Olijslager. Dat laatste was zijn beroep, want eigenlijk had hij Soutman als achternaam. Claas koopt vanaf 1616 net als vele andere rijke Haarlemmers onroerend goed aan in De Zilk. In zijn geval gaat het om een woning aan de Delfweg en de boerderij die wij kennen als De Groene Tuin. Als boerenlocatie is deze plek dan al zo’n 70 jaar bewoond. Olieslager Claas koopt de boerderij van een andere Haarlemmer, Jan Adamszoon Visscher. Zijn naam komt nog voor op een oude kaart uit 1591 van de omgeving van het Zilker duin. Echter de naam Groene Tuin van zowel de boerderij als het nog altijd bestaande hofje verwijst niet naar Catharina maar is waarschijnlijk afgeleid van een andere weldoenster, Josina Groeneven. Tuin en ven hebben een vergelijkbare betekenis. Dat is jammer voor de nobele Catharina Jansdochter zult u denken. Dat valt best mee. Want de familie Soutman waar Claes deel van uitmaakte zal nog lang haar stempel drukken op De Zilk als eigenaren of beheerders van onroerend goed. Want naast de Groene Tuin worden ook nog woningen aan de Herenweg (Zilkerduinweg) eigendom. Waaronder de aankoop in 1731 door Hendrik Soutman, regent van het “Trijn Jansdochter Ames hofje”, van een boerderij die wij nog altijd kennen als de Catarijne-hoeve. Groene Tuin en Catarijne-hoeve, duurzaam belegde herinneringen aan een 400 jaar geleden gestorven vrouw.

 

Tekst: Jan Duivenvoorden.